Locatie
De neogotische kapel
huiskapel in de voormalige Norbertijnenabdij van Drongen



De Drongense kapel is een pareltje van neogotiek. Voor de inrichting ervan werden kosten noch moeite gespaard. Dat blijkt onder meer uit het gepolychromeerd houten retabel van het hoofdaltaar, de muurschilderingen op doek, de brandglasramen en het beschilderd houten gewelf.
De neogotiek is een stroming in de bouwkunst die, net als in de romantiek, wil terugkeren naar de Middeleeuwse cultuur. Ze wil daarbij aansluiten bij de christelijke stijl bij uitstek: de gotiek.
In de tweede helft van de 19de eeuw gaven de Jezuïeten aan baron Jean-Baptiste Béthune, één van de grondleggers van de neogotiek, de opdracht om een nieuwe huiskapel te bouwen.
De kapel werd ingewijd in 1878.
Béthune (1821-1894) bouwde ook o.a. de abdij van Maredsous en stichtte de Sint-Lucasscholen. Deze veelzijdige man beperkte zich niet tot het ontwerpen van gebouwen: hij realiseerde ook interieurs, brandglasramen, schrijnwerk, textiel, meubilair en muurschilderingen. Daarbij hanteerde hij ook zelf de verfborstel: enkele muurschilderingen in Drongen zijn van zijn hand.
De neogotische kapel in Drongen heeft bovendien een zeer goede akoestiek, wat haar bijzonder geschikt maakt voor concerten.